Creep

“But I’m a creep, I’m a weirdo”

“What the hell am I doing here? I don’t belong here”

Wanneer ik dit nummer hoor (of mee aan het schreeuwen ben als ik alleen in de auto zit), voelt het alsof ik een diepe zucht van binnen uitblaas, een mix van frustratie, verdriet en een vleugje zelfspot. “But I’m a creep, I’m a weirdo” – een soort innerlijke strijd met mezelf. Het is als toegeven aan mijn eigen excentriciteit, aan mijn eigen rare kronkels die me anders maken dan de rest.

“I’m a weirdo” – ja, ik ben anders. Ik heb rare gewoontes, rare gedachten, rare interesses. Het is niet altijd makkelijk om dat te accepteren, vooral als anderen om me heen lijken te passen in perfect gevormde vakjes die ik nooit zal begrijpen. Het is als een label dat ik mezelf geef, een soort erkenning van mijn eigen individualiteit, zelfs als die me soms een beetje eenzaam laat voelen.

En dan “What the hell am I doing here? I don’t belong here”. Het is als een schok van realiteit, een moment van pure zelfreflectie. Soms kijk ik om me heen en vraag ik me af hoe ik hier beland ben, in deze situatie, op deze plek. Het voelt als een vreemde droom waaruit ik elk moment kan ontwaken, een gevoel van vervreemding dat me soms overvalt als ik me realiseer dat ik misschien niet helemaal pas in deze wereld.

Het zijn die momenten, van twijfel en zelfonderzoek, die deze regels zo krachtig maken voor mij. Het is als het uiten van mijn innerlijke stem, mijn innerlijke worsteling met wie ik ben en waar ik thuishoor. Het is niet altijd makkelijk, maar het is mijn realiteit, en soms is het gewoon fijn om dat te kunnen uiten in een liedje dat (op dat moment) zo perfect mijn gevoelens weet te vangen.